De journalist als techno-nerd

Ik heb me de laatste jaren bij de Volkskrant soms een vreemde eend gevoeld. Ik ben een journalist in hart en nieren, maar ik ben ook een programmeur. Met een huiskamer-opleiding weliswaar, maar ondertussen wel Zend-certified. Ik kan een webapplicatie bouwen, veilig en schaalbaar maken, en daarbij ook nog eens de nieuwste technieken en frameworks inzetten.

 

Dat is een bijzondere skillset voor een journalist. Veel collega’s kunnen ternauwernood hun e-mailprogramma van hun  browser onderscheiden. Van databases en scripting, mysql en php, laat staan het verschil tussen server- en clientside programmeren hebben ze nog nooit gehoord. We verwachten dat een journalist het verschil tussen hun en hen kent. Logisch. Misschien is het te veel gevraagd dat hij ook over een IT-diploma beschikt; maar zou hij niet op zijn minst iets af moeten weten van de manier waarop informatiestromen over het internet lopen? Informatie is toch de kern van het journalistieke ambacht? Informatie is als het hout voor de timmerman en de baksteen voor de metselaar; en de beschikbare webtechnieken zijn als hamer en troffel.

 

Ik kom erop vanwege dit artikel bij Wired (dank Marc Chavannes). Het riep bij mij de vraag op of zulke opleidingen in Nederland enige kans van slagen zouden hebben. Ik weet niet of er ooit onderzoek naar is gedaan. Mijn gevoel zegt dat er genoeg gegadigden zouden zijn om zo’n opleiding te volgen; maar het is wel de vraag of ze emplooi zouden vinden bij de Nederlandse uitgevers. Daar is de trend immers om te bezuinigen op online afdelingen en een one-size-fits-all beleid te voeren (in sommige gevallen: one-site-fits-all).

 

Als we ervan uitgaan dat het de taak van een journalist is om informatie te verzamelen, te filteren, te selecteren, te ordenen en te presenteren, dan zou hij geholpen zijn met elke techniek die hem in staat stelt een deel van dit proces te automatiseren. Of het nu gaat om het signaleren van trends op Twitter, het analyseren van grote hoeveelheden financiële data zoals beschikbaar via de effectenbeurzen of verkiezingsuitslagen – die informatie bestaat, maar ze is zo overvloedig aanwezig dat je een programmeur nodig hebt om ze op een fatsoenlijke manier te ontsluiten. Als die programmeur ook nog wordt bijgestaan door een designer, zodat hij vrolijke kaartjes en mooie diagrammen kan presenteren – dan heeft is een mooie productie het resultaat.

 

Deze vaardigheden worden wegbezuinigd bij de kranten, terwijl ze steeds belangrijker worden. Is dat niet raar?