Hoe handige software je leven comfortabeler maakt

Een screenshot van FeedDemon

Sinds ik vorige maand eindelijk verlost raakte van mijn vreselijke Nokia N97, heb ik me gevoeld als een kind in Luilekkerland. Ik heb het natuurlijk over de Android-market, waar ik een aantal gratis apps heb opgepikt die ik dagelijks gebruik op mijn nog glanzend nieuwe Samsung Galaxy S2. (Nee, dit is geen betaald stukje – dit is echt, puur, onversneden enthousiasme van een heavy user).

Het probleem dat ik wilde oplossen is het volgende: ik ben nog steeds een fan van een oude technologie, die naar mijn gevoel nog helemaal niets aan belang heeft ingeboet: RSS. Ik gebruik de gratis versie van FeedDemon, waarin dagelijks een paar honderd nieuwe berichten binnenlopen – van uiteenlopende sites als ReadWriteWeb, Emerce, de internet- en techsecties van Guardian en New York Times, en Planet PHP. Ik heb lang niet elke dag tijd om achter mijn laptop te gaan zitten en al die koppen te bekijken. Als ik de hele dag op pad ben om een training te geven of een klant te bezoeken, gaat mijn laptop zelfs niet aan. Tot mijn grote leedwezen, want als dat een paar dagen achter elkaar gebeurt, alarmeert FeedDemon mij dat ik wellicht de panic button wil indrukken en zo in een klap een paar duizend ongelezen artikelen als gelezen wil markeren. Dat verlicht de druk – o jee, al die interessante ongelezen stukken – maar is natuurlijk niet de bedoeling.

De oplossing zit in mijn smartphone en werkt als volgt. Het begint bij de synchronisatie tussen FeedDemon en mijn account bij Google. Ik zorg ervoor dat, als ik mij abonneer op een nieuwe feed, dit nieuwe abonnement in de cloud bij Google Reader ook bekend is. Deze synchronisatie is een optie van FeedDemon die ik elke gebruiker kan aanraden. Zij zorgt er namelijk voor dat niet alleen je abonnementen gelijk lopen (wat handig is als je FeedDemon op verschillende computers is geïnstalleerd, thuis en op je werk), maar ook dat de gelezen artikelen worden gelijk getrokken.

Op mijn Samsung heb ik vervolgens gReader geïnstalleerd – het equivalent van FeedDemon voor mijn mobiel. Twee keer per dag synchroniseert gReader de gelezen artikelen en haalt het mijn abonnementen op. Omdat de synchronisatie via Google Reader verloopt, zie ik dus ook op mijn telefoon precies wat ik nog moet lezen. Ik kan nu veel sneller op verloren momenten, als ik ergens op wacht of onderweg ben, even de nieuwe artikelen scannen. Het is kortom veel gemakkelijker geworden om alle feeds bij te houden.

De derde fase zit in het bewaren van interessante verhalen. Want laten we wel wezen: 90 procent van de koppen die ik zie, klik ik niet aan – niet interessant genoeg. Voor de resterende 10 procent heb ik eigenlijk twee keuzes: onmiddellijk lezen, of later lezen. Kortere stukjes lees ik bijna altijd meteen; langere verhalen bewaar ik  voor offline lezen door middel van een andere cloud based  app, genaamd ReadItLater. Een enkel verhaal vind ik zo interessant dat ik voor langere tijd wil bewaren. Dat kunnen technische tutorials zijn, of interessante beschouwingen over de toekomst van de journalistiek, of ingewikkelde analyses over de patentenstrijd tussen Google en Apple. Daarvoor heb ik de beschikking over alweer een in de cloud gebaseerde dienst genaamd Evernote.

In Evernote bewaar ik aantekeningen, foto's, maar ook belangrijke bestanden of  interessante webpagina's. Die kunnen allemaal worden getagd en in categorieën worden ondergebracht. Technische handleidingen gaan in een categorie genaamd 'programmeren' en worden voorzien van tags als 'Zend Framework' of 'Serverbeheer'. Veel artikelen gaan in een categorie genaamd 'blog', om er later inspiratie bij het bloggen uit te putten.

Effect van dit alles: ik raak minder kwijt – het is gemakkelijker om interessante zaken te bewaren. Ik zit vaker  in de huiskamer en minder achter mijn bureau – via mijn smartphone of via mijn Galaxy Tablet (waarop ik op precies dezelfde manier werk en die vanwege zijn grotere scherm nog een stukje comfortabeler is) kan ik alles bijhouden. Mijn laptop staat iets minder vaak aan. En het belangrijkste: het bijhouden van mijn feeds voelt niet langer als werken, maar als het bijhouden van mijn hobby: alle belangrijke nieuwe ontwikkelingen te volgen die met het internet, met nieuwe media, met programmeren en met journalistiek te maken hebben.

En oja, voor het geval het nog niet duidelijk is: alle in dit stukje genoemde toepassingen zijn gratis.

 

Het oneigenlijke dilemma van journalistiek en commercie

Advertenties op telegraaf.nl

Werd getriggerd door een discussie die ik de afgelopen dagen voerde met een van mijn studenten in de Masteropleiding Journalistiek aan de universiteit van Groningen. Het ging over Search Engine Optimalization (SEO), ofwel het optimaliseren van je nieuwssite voor zoekmachines. Hoe kun je er als journalist ervoor zorgen dat je artikelen goed worden gevonden – dat is min of meer de centrale vraag die we tijdens deze discussie probeerden te beantwoorden.

De betreffende student, deelnemer aan de internationale opleiding, is een journalist in spe uit Oekraïne. Hij bestrijdt heftig de gedachte dat journalisten zich überhaupt iets gelegen moeten laten liggen aan zoekmachines. 'Als we dat doen', stelt hij, 'eindigen we ermee dat we allemaal dezelfde soort bloedeloze teksten maken'. SEO is in zijn optiek een functie van vorm en inhoud – zijn vrees is dat de journalist zowel de vorm (de koppen, de lijsten, de links) als de inhoud (de invalshoek, het onderwerp) ondergeschikt maakt aan de wens om zoveel mogelijk bezoekers te trekken.

Die vrees is niet helemaal onterecht. Een journalist die zich uitsluitend laat leiden door SEO, is een robot. Die kan zo aan de gang bij Demand Media. En toch is die angst ook weer overdreven, weet ik uit de praktijk. Bij de Volkskrant hadden we misschien gemakkelijk twee maal zoveel bezoekers kunnen trekken als we elke dag schreven over sex, het koningshuis, of – het allerbest – een combinatie van die twee onderwerpen. En toch deden we dat niet, omdat we wisten dat we daarmee de geloofwaardigheid van onze website zouden ondergraven. We maakten onze keuzes op een wijze die wij als de meest integere ervaarden: op journalistieke gronden.

Wat niet wil zeggen dat we ons niets gelegen lieten liggen aan commerciële overwegingen. Natuurlijk hadden we daar oog voor. Ons standpunt wordt goed verwoord door Alexander Pleijter en Arjan Dasselaar in hun Handboek Crossmediale Redactie. Volgens hen is SEO voor journalisten net zoiets is als een coverbeleid. Heb in mijn tijd als Hoofd Online bij de Volkskrant vaak genoeg discussies gevoerd met collega's over de vraag of journalisten zich iets gelegen moeten laten liggen aan de commerciële doelstellingen van hun uitgever. Uiteindelijk, voerde ik aan, liggen commerciële en journalistieke belangen minder ver uit elkaar dan vooral journalisten vaak willen doen geloven.

Uitgevers hebben belang bij de blijvende geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van hun merk en zijn er niet op uit om dat terwille van snel gewin te grabbel te gooien. Journalisten hebben belang bij een groot bereik: zij willen dat hun belangwekkende verhalen door een groot publiek worden gelezen. Daar ontmoeten het commerciële en journalistieke belang elkaar.

Eigenlijk wordt hetzelfde beweerd door Robert Niles op Online Journalism Review. Efficiency could kill your business, is zijn stelling. Elke commerciële partij dient verder te kijken dan wat er volgende week of volgende maand onder de streep overblijft aan winst. Wie de korte termijn maximaliseert, loopt op de lange termijn grote risico's. Dit is de reden dat vooruitstrevende ondernemingen voldoende reserveren voor Onderzoek en Ontwikkeling, goede dienstverlening aan klanten, of zelfs charitatieve doelen steunen. Zij weten dat hun overlevingskans op lange termijn toeneemt als niet alleen zij, maar ook de samenleving waarin zij opereren, gezond zijn.

Mijn Oekraïense student is uit het goede journalistieke hout gesneden. Hopelijk komt hij te werken bij een uitgever die oog heeft voor de lange termijn.

Ik vertrouw Google niet, maar Apple nog minder

Ik heb af en toe tamelijk verhitte discussies met mensen die zweren bij Apple. Het is wel een eenzijdige verhitting – het gebruik van willekeurig welke software of hardware is voor mij geen kwestie van religie, zoals het voor sommige anderen wel lijkt te zijn. Ik let toch vooral op wat praktisch is, op wat werkt en wat niet werkt.

En gek genoeg vind ik het belangrijker om aandacht te besteden aan hoe iets fout gaat, dan om te letten op wat er precies goed gaat. Als er twee producten zijn die allebei fouten vertonen, dan is voor mij een belangrijk criterium hoe die producten omgaan met hun fouten. Het product dat op elegante wijze struikelt, heeft bij mij tien strepen voor op het product dat valt, net doet of er niks aan de hand is, en fluitend weer zijn weg gaat.

Klinkt tamelijk raar, dat begrijp ik. Een concreet voorbeeld dan. Tot vorige week was ik de ongelukkige eigenaar van een Nokia N97 mini. Een apparaat dat een jaar of twee geleden op de markt kwam, en mij van begin af aan niks dan ellende bezorgde. Het was voor mij bijvoorbeeld bijna onmogelijk een telefoongesprek te beëindigen. Een telefoon aan het oor betekent dat het touchscreen disabled is – logisch, want anders zou elke aanraking met het oor tot ongewenste effecten leiden. Maar voordat de touchscreen weer reageerde op mijn aanrakingen, was ik bij wijze van spreke tientallen seconden verder. Niet handig. En vooral: wat ik ook veranderde in de instellingen, ik kon er niks aan doen. Zoektochten op internet leverden niks op. En dit was maar een van de vele klachten die ik over dit apparaatje had. En Nokia zelf? Gaf geen sjoege.

Ik heb nu een Samsung Galaxy S2. Wat een opluchting. Prachtig om te zien, snel, tjokvol hippe functies, niet te vergeten een uitgebreide Market waar ik allerlei uitbreidingen kan kopen of gratis kan krijgen.

Maar denk ik nu dat ik de hele leeftijd van dit apparaatje er net zo blij mee blijf als ik nu ben? Tuurlijk niet. Ik ben niet naïef. Ook dit ding zal struikelen, vastlopen, last krijgen van nukken en grillen. Maar het grote verschil is dat een simpele zoektocht naar de werking van Android, het installeren van deze of gene App, of de oorzaken van mogelijke fouten een waar mer à boire oplevert van wetenswaardigheden. Dat komt omdat Android in wezen een open systeem is – in tegenstelling tot de systemen van Nokia, Microsoft en Apple.

Zoals technologie altijd zal falen – volgens Cory Doctorow een wezenskenmerk van technologie: chaos ligt altijd op de loer – zo zijn ondernemingen nooit te vertrouwen. Zelfs niet Google. 'Don't be evil' is een lege kreet. Ondernemingen zijn uit op winst, dat is alles. Google net zo goed als Apple of Microsoft. Maar het grote verschil tussen Google en Apple is dat Google op een elegantere manier dan Apple de fout in gaat. Google's falen is controleerbaarder dan dat van Apple.

Apple, Google en Facebook zijn volgens mij de meest innovatieve ondernemingen van de afgelopen tien jaar. Ik bewonder ook – nog steeds – Microsoft en Amazon. Google's producten zijn niet mooier of beter dan die van de concurrentie – ik wantrouw Google slechts iets minder dan de rest. Als het moet, shop ik bij Amazon, post ik wat op Facebook, of gebruik ik software van Microsoft. Maar waar ik echt kan kiezen, heb ik het liefst Google.

Persgroep verandert internetbeleid (opnieuw)

Ben er nog niet helemaal van overtuigd dat het ‘nieuwe’ internetbeleid van de Persgroep-kranten helemaal consistent is. Heb vernomen dat  de internetredacties van de Amsterdamse kranten weer terug verhuizen naar Amsterdam, en dat de integratie van de vier Nederlandse kranten (AD, Volkskrant, Trouw en Parool) voor een deel weer ongedaan wordt gemaakt. Het AD wordt apart gezet, en er komt een Amsterdamse ‘kwaliteitspoot’.

Het is nog niet eens een jaar geleden dat het nieuwe beleid werd opgetuigd. De vier afzonderlijke internetredacties werden in Rotterdam bij elkaar gezet onder één hoofdredacteur, Bart Franssen. Die moest erop toezien dat de te produceren stukkies niet dubbel werden getikt: een keer voor het AD, en nog een keer voor Trouw. Het hele idee was om op die manier ruimte te maken zodat elke krant zich kon focussen op zijn kracht. Voor de Volkskrant was dat onder andere kunst, politiek en opinie. Die veranderingen lijken nu voor een deel te worden terug gedraaid. Mogelijk is dat ook een van de redenen van het vertrek van Franssen, die een paar maanden geleden meldde dat-ie terugging naar België.

In de focus van de Volkskrant op kunst, opinie en politiek verandert niets, mailde Philippe Remarque, hoofdredacteur van de Volkskrant, mij vandaag. Volgens hem is nog niet helemaal duidelijk wat er precies gaat gebeuren. Wel wordt aangestuurd op een ‘quality’ poot, in zijn woorden. ‘De kern van de nieuwe opzet blijft overeind, nl. een nieuwsstroom voor vier titels en een vk webredactie die zich geheel wijdt aan speerpunten als politiek, opinie en cultuur’.

Heb ook nog wat mailcontact gehad met wat oude collega’s. Die reppen vooral van verwarring en onduidelijkheid. Volgens een van hen komt er een nieuwe speciale afdeling voor alle digitale activiteiten: Persgroep Digital. Wordt gevestigd te Amsterdam, met een nieuwe manager. Startdatum zou ergens in april van 2012 zijn. Als dat doorgaat heeft het Rotterdamse avontuur van mijn Amsterdamse oud-collega’s nog geen jaar geduurd.

Verder is ook voorzien dat er meer met de Belgische zustersites van bijvoorbeeld De Morgen wordt samengewerkt. Ben benieuwd wat dát dan precies inhoudt; je kunt je toch niet goed redactionele uitwisseling van stukken voorstellen, gegeven de verschillen in taalgebruik en journalistieke mores  in België en Nederland.