Ik vind dat we Apple moeten boycotten

Vandaag nieuwe column getikt op de site van de Volkskrant. Ik vind dat we Apple moeten boycotten. Werkelijk onbegrijpelijk, met hoeveel dat bedrijf eigenlijk wegkomt. Raar ook dat mensen die vaak anders voorop te vinden zijn in de beweging van open source en vrijheid op het internet, zo veel door de vingers zien als het om Apple gaat.

Steve Jobs slaat werkelijk alles wat Bill Gates van Microsoft ooit heeft uitgespookt om de marktpositie van Microsoft veilig te stellen. Maar ja, Gates is niet cool. Jobs blijkbaar wel.

Het zwarte gat van de verdwenen data

Databanken zijn net echte banken, ook in de manier waarop ze tenonder gaan. Er wordt de laatste jaren onder systeembeheerders en informatieanalisten veel gesproken over het zogeheten ‘cloud-computing’. Moeilijke term voor het gebruik van online diensten voor de opslag en verwerking van allerlei soorten data. Google Docs is er een voorbeeld van, maar ook het gebruik van Amazon om je website te hosten. De vraag is wat er gebeurt als zo’n dienst het loodje legt. Waar blijven je data? Zijn die veilig? Blijven ze bewaard? We hebben voor databanken nog geen garantieregeling in het leven geroepen zoals voor echte banken, waar je spaargeld tot 100 duizend euro gegarandeerd wordt door de overheid.

De vraag is actueel nu uitgelekt is dat Yahoo wil stoppen met Delicious, de online dienst voor het bewaren, delen en taggen van interessante webpagina’s. The Long Now Blog roept de vraag op hoe veilig de data zijn die wij toevertrouwen aan diensten in de ‘cloud’. Delicious bewijst dat het verstandig is om altijd backups te hebben van belangrijke gegevens die we voor opslag en referentie aan het internet toevertrouwen. Een twitteraar zei: ‘Ik heb echt goudmijnen vol data in Delicious staan en gebruik netwerk erg veel’. Logisch, nadat uitlekte dat Yahoo zou stoppen met de dienst, heb ik zelf ook zo snel mogelijk een backup gemaakt van de duizenden tags en favorieten die ik er heb staan.

Volgens The Long Now is het beroemde Archive Team, dat een paar jaar geleden probeerde de opheffing van Geocities op te vangen door de tienduizenden sites die bij deze Yahoo-dienst waren ondergebracht te archiveren, nu bezig een soortgelijke Herculische taak uit te voeren voor Delicious. Het is natuurlijk de vraag of dat lukt, en of de gebruikers er ook iets aan hebben.

Naarmate de cloud belangrijker wordt in onze werkprocessen, worden we ook kwetsbaarder. Dat wil zeggen: het is bijna onvoorstelbaar, maar stel dat Google failliet gaat. Geen enkel bedrijf heeft het eeuwige leven. Waar blijven je Google Docs, je Google-agenda, en je Gmail-berichten? De data dreigen te verdwijnen, wat natuurlijk rampzalig is, maar heb je alternatieven beschikbaar? Kun je gemakkelijk terug naar een of andere office-variant, of is het mogelijk je data te migreren en over te stappen op een andere dienst? En hoeveel gaat die migratie kosten – en het moeten integreren van nieuwe systemen in je dagelijkse werk?

Let wel, ik bepleit niet dat we de cloud niet meer moeten gebruiken – het is veel te handig om altijd en overal bij je data te kunnen, nog los van de kostenbesparingen die je kunt realiseren. Maar wat ik wel bepleit is een zekere voorzichtigheid.  Zet niet al je geld in op één partij, maar spreid je belangen. Zorg voor een goed backup-systeem – ook van de database die eventueel onder je eigen site ligt, want stel je voor dat je eigen hosting-provider de geest geeft en de eigenaar met de noorderzon verdwijnt. Houd je ogen open voor alternatieven. En wees er snel bij zodra je berichten bereiken van de mogelijkheid dat een deel van de cloud, net dat stukje waar jij je eigen dat hebt staan, aan het oplossen is.

En hiermee is de parallel met echte banken compleet. Geruchten over het dreigende faillissement van een echte bank leidt tot een self-fulfilling prophecy, een run op het spaargeld, waardoor de teloorgang nog wordt versneld. Stel dat het gerucht gaat dat Google wil ophouden met die bodemloze put die YouTube heet – hoe hard gaan we rennen om onze eigen kostbare video’s op Vimeo te zetten?

Zó verkoop je jezelf (en je muziek) online

Wat worden er toch een prachtige dingen gemaakt op het internet. Vandaag kwam ik twee sites tegen die ik u niet wil onthouden:

Arcade Fire helpt je je jeugdherinneringen op te halen. Op The Wilderness Downtown word je geacht om het adres in te geven waar je je jeugd hebt doorgebracht. De band brouwt daar dan een videoclip omheen (in HTML5! – kijk pap, zonder Flash!) waarin jouw eigen jeugd centraal staat – nou ja, met een beetje goede wil dan. Streetviewbeelden van de straten en pleinen waar je speelde worden in de clip verweven. Niet alleen een prachtig concept, maar technisch ook fantastisch uitgevoerd.

De Japanse band Sour heeft iets soortgelijks gedaan, alleen moet je daar iets meer van jezelf prijsgeven dan alleen een adres. De band vraagt om toegang tot je Twitter en Facebook-accounts, en om je webcam aan te zetten als je die hebt. Vervolgens wordt met alle gegevens die je binnen die sociale netwerken achterlaat, een clip gebouwd waarin je zelf de hoofdrol speelt. Technisch slechts iets minder geavanceerd, maar zeker zo mooi.

Ik kan het niet laten: dit zijn toch veel betere manieren om het publiek aan je te binden een nieuwe schare volgers en fans te krijgen, dan ze schrik aan te jagen met copyrights en rechtszaken – waren alle artiesten maar zo creatief en vindingrijk.

De échte vraag van Wikileaks kennen we nog niet

Mijn column van deze week op de site van de Volkskrant is een uitwerking van mijn vorige post, Drie stellingen over Wikileaks. En dan met name de derde stelling, waarin ik me afvraag hoe het zit met de controle op Wikileaks. Uiteindelijk gaat het erom dat Wikileaks een nieuwe vorm van journalistiek is. En alle normale controlemechanismen op de journalistiek werken niet. Dat verklaart voor een groot deel natuurlijk ook de impact van de site, maar ik blijf me er comfortabel bij voelen.

Overigens, soms vind ik dat ik me moet mengen in de discussies die soms onder mijn stukken op de Volkskrantsite ontbranden, af en toe doe ik dat ook. Maar soms word ik ook vreselijk afgeschrikt, zoals nu bijvoorbeeld, door de werkelijk schrikbarende onbenulligheid van een paar reageerders. En dan denk ik, ach, laat ook maar zitten….

Drie stellingen over Wikileaks

Volgens mij kunnen de journalistieke dilemma’s en consequenties waarvoor Wikileaks ons stelt, in drie punten worden samengevat.

  1. Transparantie is het ultieme doel van elke journalist. Publish and be damned. Het maakt niet uit of er levens in gevaar komen, de democratie wordt gered, een dictatuur ten val wordt gebracht, of banken omvallen; de taak van de journalist is het om te publiceren en niet verder over de gevolgen na te denken. Mochten de consequenties negatief zijn, dan is dat niet de verantwoordelijkheid van de journalist, maar de verantwoordelijkheid van de machtigen van deze wereld die de banken laten omvallen of soldaten in de vuurlinie plaatsen.
    Ik ben het hier hartgrondig mee oneens. Op individueel niveau zijn privacy en geheimhouding, een zekere mate van discretie, de smeerolie van de maatschappij. Als ik alle escapades binnen mijn vriendenkring aan de grote klok ga hangen, zal ik snel geen vriend meer overhouden. En misschien is het soms beter om een collega niet te zeggen dat-ie er vandaag niet zo goed uitziet.
    We noemen dit privacy. Maar wat geldt voor individuen, geldt ook voor bedrijven en zelfs voor regeringen. Voor het goed functioneren van onze maatschappij en economie is het nodig dat sommige dingen geheim blijven. Dat is voor een journalist een volstrekt tegennatuurlijke opvatting. En ik voel me nu voor het eerst van mijn leven gedwongen om haar te verdedigen; en dat heeft natuurlijk alles te maken met de ontzettende radicaliteit van de onthullingen van Wikileaks.
  2. Wikileaks verandert voor altijd de journalistieke praktijk. Regeringen, grote bedrijven en instellingen zijn te machtig en hun voorlichtingsapparaat is te groot geworden om door journalisten volledig doorgrond te worden. Wat Wikileaks bevestigt, is dat journalisten niet meer zonder hulp van buitenaf komen. De grootste onthullingen die nu worden gedaan, zijn het gevolg van een intensieve samenwerking tussen de groep vrijwilligers en professionals die Wikileaks runnen en de beste journalistieke organisaties ter wereld.
    Hierover hoef ik niet zo lang na te denken. Het is een ontwikkeling die al langer aan de gang is en zeker na de komst van het internet in een stroomversnelling is geraakt. We noemen dat soms burgerjournalistiek of User Generated Content – het maakt eigenlijk niet uit hoe we het noemen, maar de doorbraak van Wikileaks is meer dan alleen een kwantitatieve: het is een fase-overgang, zoals wanneer water bevriest en de watermoleculen, vastgelegd in ijskristallen, een compleet andere kwaliteit krijgen. Wikileaks vraagt om een aanpassing van journalistieke organisaties. Die moeten mensen gaan inhuren die thuis zijn in technieken als data-mining, of die snel grote massa’s mensen kunnen mobiliseren om te helpen bij het analyseren van grote hoeveelheden gegevens. En journalisten moeten een hacker-mentaliteit krijgen – hun ontzag verliezen voor de techniek achter computers en het internet.
  3. Wikileaks heeft een grote macht, maar is minder dan traditionele nieuwsorganisaties zoals de New York Times en The Guardian onderhevig aan controle en checks van buiten. Wikileaks wordt door niets of niemand in toom gehouden – het is mij zelfs onduidelijk onder welk rechtssysteem of jurisdictie Wikileaks valt – , en dat kan een onbehaaglijk gevoel veroorzaken. Als de Guardian zijn werk slecht doet, lopen lezers en adverteerders weg en valt de krant om. Maar wie tikt Julian Assange en de zijnen op de vingers?
    Dit is misschien wel het belangrijkste punt, dat absoluut niet onderschat mag worden. De normale juridische en, naar het zich laat aanzien ook economische, controlemechanismen ontbreken. Dus worden nu allerlei oneigenlijke middelen gebruikt om Wikileaks te ondermijnen: de toegang tot hun hostingproviders wordt hun ontzegd,  hun bankrekeningen geblokkeerd. Wikileaks wordt beschouwd en bejegend als een terroristische organisatie. Nu kunnen we hierover langdurig jeremiëren, en de acties van de Amerikaanse regering vind ik zonder meer afkeurenswaardig, maar het is constructiever om aan alternatieven te denken. Centrale vraag daarbij is: hoe kunnen we zorgen dat Wikileaks verantwoording aflegt zonder dat het daarmee tegelijkertijd zijn vrijheid verliest om te publiceren? Over het antwoord op die vraag moeten we maar eens wat langer gaan nadenken.

Stukken over Zend Framework apart gezet

Ik heb een nieuw subdomein aangemaakt voor de technische verhalen die ik publiceer. Ze vormen in dit blog een vreemde eend in de bijt, en trekken een totaal ander publiek dan mijn spinsels over journalistiek, politiek en nieuwe media. Je kunt ze vanaf nu vinden op http://tech.raker.nl.

Je vindt daar ook het vervolg op mijn handleiding over Zend Framework. Die gaat over imagick en Zend_Mail. Ter lering en, voor sommigen, vermaak.

Wikileaks brengt ons overheid 2.0

The Economist heeft een verstandig verhaal gepubliceerd over Wikileaks. Het gaat niet zozeer om de aard en de inhoud van de onthullingen, maar om de transparantie die door nieuwe technologieën steeds meer wordt afgedwongen bij bedrijven en overheden. Veel ondernemingen en non-profitinstellingen hebben inmiddels al door dat nieuwe media, en de manier waarop mensen daarmee omgaan, veranderingen afdwingen in de bedrijfscultuur.

Er zijn natuurlijk kansen en bedreigingen: bedreigingen omdat de nieuwe media een verlies aan controle over de boodschap met zich meebrengen. Als je product vroeger werd afgekraakt, gebeurde dat in de beslotenheid van een verjaardagsfeestje en was de schade beperkt. Nu kunnen er meteen honderdduizenden mensen kennis van nemen. Maar ook kansen: wie open en transparant is over zijn bedrijfsprocessen, kweekt vertrouwen en een langdurige band, die ook in tijden dat het tegenzit, waardevol kan zijn.

De Amerikaanse regering kampt ook met dit dubbele effect. Aan de ene kant is er de directe schade die vooral diplomatiek van aard is. Amerikaanse diplomaten zullen zich ook in hun interne ambtsberichten in de toekomst misschien wel diplomatieker uitlaten om niet het risico te lopen dat hun openhartigheden later voor een miljoenenpubliek bekend worden. En hun gesprekspartners zullen misschien ook minder snel het achterste van hun tong laten zien. Maar gek genoeg kweekt de hele affaire ook sympathie voor de Amerikaanse diplomatieke dienst. Veel diplomaten blijken niet van humor gespeende bureaucraten, die in ieder geval over een scherp waarnemingsvermogen beschikken. En tegelijkertijd komen de Amerikanen ook naar voren als een matigende kracht in de wereld.

Ik zou zeggen: trek je conclusies. Zonder nou meteen een pleidooi te willen houden voor het volledig opengooien van alle diplomatieke post – dan zou het snel gedaan zijn met Amerika’s supermacht -, zouden de VS wellicht wel iets minder krampachtig kunnen zijn in hun jacht op Julien Assange, oprichter van Wikileaks, en Amazon niet meteen dwingen om hun hostingdiensten aan Wikileaks te staken. Een actie die overigens ook weinig zin heeft: alle documenten zijn inmiddels ook al via torrents te downloaden. Zo bezien kan de hele affaire ook de eerste opstap zijn naar een overheid 2.0.