Er moeten duizend bloemen bloeien

Vrijdag is eten-dag in het universum van ‘Dara’, op zaterdag, judgment day, valt de dag des oordeels, woensdag wordt er gehakt geproduceerd, en op maandag laat Dara haar hoofd werken op het Volkskrantblog.

Dat gaat zo: ‘Op de BBC was gisteren in zo’n oer-Engels discussieprogramma een dame die voorstelde om alle trekvogels gewoon dood te schieten, voor de zekerheid. Bloedserieus was ze, met een wereldvreemdheid zoals je die alleen nog aantreft bij de Engelse upper class.

‘De virologen, pluimologen en griepologen storten hun doemscenario’s over ons uit en de kranten maken dagelijks melding van de hoeveelheid beschikbare kuren Tamiflu, ophokplicht, vaccinatieverboden en nieuwe vogelgriephaarden.

‘Het wil er nog niet erg inhakken bij mij, qua hype.
‘Al die trekvogels hou je sowieso niet tegen, daar begint het al mee, en als de diverse deskundologen allemaal beweren dat het geen kwestie is van óf, maar van wannéér de pandemie uitbreekt, wat zal ik me dan in godsnaam nog druk maken?

‘Het enige zinnige dat er tegen die kippenkuch te ondernemen valt is natuurlijk als de sodemieter al die beesten gaan vaccineren, maar dát kan dan opeens weer niet. Vanwege de export.

‘Kost teveel, als we onze overproductie aan kippen niet meer over de grens kunnen slijten.

‘Alsof je boekenkast in de fik staat en je blust ‘m niet, want dan zouden je boeken wel eens nat kunnen worden.

‘Je gaat met je armen over elkaar staan kijken hoe het verzameld werk van Rien Poortvliet in vlammen opgaat, en je Windows 98 for Dummies, en je raakt enorm in paniek als het vuur bijna het dressoir bereikt heeft.

‘Die boekenkast staat inmiddels reddeloos in de fik, dus het is geen kwestie meer van óf je dressoir in de as gelegd gaat worden, maar wannéér.’

Dara heeft haar week, en haar weblog bij de Volkskrant, overzichtelijk ingedeeld. Haar hoofddag gebruikt ze voor een beschouwing over een actueel probleem, op haar hartdag beschrijft ze haar zieleroerselen. Dagelijks weet je bij haar waar je aan toe bent; alhoewel het verschil tussen judgment day en gehaktdag me nog niet helemaal helder is.

Afgelopen woensdag vermaalde ze een treinend gezinnetje (pa, ma, twee kinderen) dat naar het concert van K3 was geweest en vervolgens de coupé terroriseerde.

Van heel andere orde is het weblog van Abu Jayed, een alias voor Iesaa Kerkhoff uit Venray, op 12-jarige leeftijd bekeerd tot de islam. Hij introduceert zich als ‘streng gelovig’: ‘Ik volg de salafi-leer, die bij veel mensen als ‘extremistisch’, ’terroristisch’ of ‘fundamentalistisch’ te boek staat. Extremistisch ben ik niet, terroristisch ook niet, maar ik hou me wel aan de fundamenten (bouwstenen) van de islaam, wat mij misschien ‘fundamentalistisch’ maakt. Veel mensen maken de fout te denken dat de salafi-leer gelijk is aan terrorisme. Als salafi (iemand die de salafi-leer volgt) zijn we juist streng tegen terrorisme. We veroordelen zelfmoordaanslagen, we veroordelen de gedachten van de vele terroristische bewegingen in de wereld, inclusief Osama bin Laden en zijn terroristisch netwerkje.’

Kerkhoffs introductie roept meteen vragen op bij collega-blogger ‘PeterV‘. ‘Iesaa, je bent Nederlander, je kind is Nederlander. Waarom, in vredesnaam, geef je je kind een buitenlandse naam!’

Kerkhoff antwoordt: ‘Ik ben op de eerste plaats moslim. Daarna ben ik een Nederlander. Mijn Nederlanderschap wilt eigenlijk niet zo veel zeggen. Mijn moslim zijn, is voor mij belangrijker dan mijn Nederlands zijn. Ook als het gaat om de wetten. De islamitische wetten staan voor mij boven de nederlandse. Dit wilt echter niet zeggen dat ik geen voorbeeldig burger kan zijn. Als moslim is het volgens de islamitische wet verplicht om de leider te gehoorzamen, behalve als die je opdraagt om iets te doen wat verboden is in de islam.’

Dit laatste schiet ‘App‘ in het verkeerde keelgat. Hij vindt, net als ‘Blauw Oog‘, dat ‘de Nederlandse wetten altijd boven religieuze wetten dienen te gaan. Iedere Nederlander dient deze wetten bovenaan te zetten.’

De discussie die Abu Jayed oproept verloopt relatief rustig. Maar er zijn ook webloggers die de scherpe kantjes en de polemiek niet mijden. Neem ‘Robert Engel’, die in zijn weblog en in zijn reacties het beledigen tot een kunst heeft gemaakt – niet tot genoegen van iedereen.

Ook bij Engel is de islam een thema, maar hij staat er heel wat minder welwillend tegenover. Hij publiceerde een stukje over een ‘zelfverklaarde imam’ die doubleerde als duivelsuitdrijver en bij zijn exorcisme een vrouw op beestachtige wijze doodde. Volgens Engel net als ‘besnijdenis en eerwraak’ een ‘volkomen normaal gebeuren in bepaalde islamitische kringen’. Over dit stukje kwamen wat klachten binnen bij de redactie. We hebben besloten het te laten staan.

Om met Mao te spreken: er moeten duizend bloemen bloeien in de tuin van het Volkskrantblog. Er is plaats voor Dara, voor Abu Jayed, en voor Robert Engel. Hoe diverser, hoe beter, wat mij betreft. En zolang de wetten en de gebruiksvoorwaarden niet worden overtreden, mag iedereen zijn gang gaan.

Lief weblog,

De meeste journalisten, ondergetekende inbegrepen, hebben een tamelijk nauw bemeten begrip van ‘actualiteit’. Bijvoorbeeld: er bestaat een wiskundige formule waarin de journalistieke beoordeling van een ramp plaatsvindt op basis van aantallen slachtoffers, de beschikbaarheid van beelden, en de afstand in kilometers van de thuisbasis. Nou speelt deze formule in de dagelijkse praktijk geen rol, maar, kernachtig uitgedrukt: nieuws is pas nieuws als het door genoeg mensen als zodanig wordt erkend.

Zo’n houding is de meeste schrijvers op het Volkskrantblog volkomen vreemd. De discussie die de afgelopen weken in deze kolommen is gevoerd laat hen grotendeels koud. Het interesseert hen hoegenaamd niets of zij al dan niet ‘burgerjournalist’ genoemd worden. Zij willen simpelweg hun stukje schrijven; de meesten hopen op een beetje erkenning en willen in ieder geval gelezen worden; een enkeling zal zelfs dat worst wezen en schrijft alleen maar voor zichzelf. Deze enkeling beoefent de aloude kunst van het dagboekschrijven; hij gaat er niet vanuit dat zijn woorden voor anderen zijn bestemd en is doof en blind voor de wereld.

Neem ‘Alice’, die zich net als haar naamgenoot in Wonderland waant temidden van de andere Volkskrantbloggers. ‘Wat ik zie bij anderen is dat zij zich vaak over iets of iemand opwinden en daar een stukje over schrijven. Er zijn genoeg dingen waar ook ik mij over opwind, maar ik merk dat het mij eigenlijk te veel tijd kost om daar een heldere gedachte over te vormen die leesbaar is. Zo verliest het totaal zijn actualiteit en kom ik iedere keer met de mosterd na de maaltijd aanzetten.’

Alice is op zoek naar vorm en inhoud van haar weblog, wat haar ‘sterk doet denken aan mijn persoonlijke leven’. Uiteindelijk concludeert ze: ‘Dus voorlopig mogen jullie deelgenoot zijn in mijn zoektocht naar inhoud en vorm, want daar gaat het momenteel in mijn leven gewoon over, en ik kan niet over iets schrijven wat volkomen buiten mij ligt.’ En dat is nog actueel ook, want wie is er niet op zoek naar de juiste verhouding tussen vorm en inhoud?

Alices betoog spreekt een van de veelschrijvers op het Weblog in ieder geval aan: ‘Tijdrover’ schreef in een maand bijna honderd bijdragen en stond al eens op het punt te stoppen: de voortdurende druk om overal een mening over te hebben, begon hem tegen te staan. ‘VK-bloggers gaan als een razende te keer, nemen nieuwsfeiten over en vellen daarover – as soon as possible – hun oordeel.’ In dat opzicht doen Nederlandse webloggers het niet anders dan hun collega’s elders ter wereld.

Tijdrover is doorgegaan en legt uit waarom: hij is enigszins verslaafd geraakt. ‘Ik geef wel toe dat de drang om iets te publiceren als ‘zelfbevrediging’ is. Het hoogtepunt is de druk op ‘verstuur’. En dan heb je het gehad.’ Bovendien is er in de maand van zijn bestaan al een soort Volkskrant-gemeenschap ontstaan. Tijdrover kreeg ‘hartverwarmende reacties’ op zijn besluit te stoppen en bedacht zich vervolgens dat hij toch wel een ‘heel, heel, heel naar mens moest zijn’ om geen gehoor te geven aan de oproep om door te gaan.

Vroeger hadden we in de krant de rubriek ‘NL’. Het was een populair hoekje op de voorpagina van het tweede katern, waarin lezers schreven over hun dagelijkse beslommeringen. Veel van wat onder de rubriek ‘persoonlijk’ is ondergebracht op het Volkskrantblog zou zonder meer in NL passen. Het zijn gedachten, ingevingen, waarnemingen; bijvoorbeeld die van ‘Preacherswife’, de vrouw van een anonieme dominee.

Zij introduceerde zich zo: ‘ik ben geen domineesche in een bloemetjesjurk, ik bak niet de hele dag appeltaarten, ik bid ook niet voortdurend en we hebben geen 6 kinderen. Ik ben van ná de mammoetwet, mijn ouders waren hippies, ik ben hoger opgeleid en het enige wat mij niet tot de Bridget Jones-generatie doet behoren is dat ik vooral niet single ben. Ik heb een man (een dominee dus) en een ring en ik ben zelfs gelukkig. Rest me nog te vertellen dat ik nog steeds géén dertig ben, nog steeds niet weet hoe het werkelijk hoort in het dagelijks leven (met mes en vork eten lukt overigens prima), dat ik het altijd voor elkaar krijg om in de meest onmogelijke situaties verzeild te raken, dat mijn leven bestaat uit solliciteren, literatuur en moederen, en dat vooral in flexibele volgorde.’

Haar waarneming van deze week: de GGD ter plaatse schreef haar dat alle vrouwen tussen de dertig en vijftig jaar eens per vijf jaar worden uitgenodigd voor een uitstrijkje. En zij is nu aan de beurt, wat haar vervult met een heilige verontwaardiging: ‘Maar ik ben nog geen dertig! En het duurt nog “best lang” voor ik het word. Ik zal dit jaar één dag dertig zijn, en dan die ene dag zeker ook een uitstrijkje? Op die dag gaat er nooit iemand naar de huisarts, of je moet net je vinger er af hebben geknald. Eén dag. Meisjes van dertig, niet zo gelukkig…’ 😉

En zoals Preacherswife zijn er tientallen anderen te vinden op het Volkskrantblog. Traditionele journalistiek? Nee. Maar amusant? Zeker. Leerzaam? Soms. Stof tot nadenken? Vaak.

Een ‘hoerig’ beroep

Koning Blog is geen journalist, schrijft Peter Vasterman op deze pagina’s (Forum, 11 oktober). Bloggers presenteren geen feiten, alleen maar meningen, en laten zich niks gelegen liggen aan journalistieke codes. Ze publiceren meestal anonieme en oncontroleerbare ervaringen. Kortom, ze dragen helemaal niet bij aan een beter begrip van de samenleving, en kunnen de professionele journalist op geen enkele manier behulpzaam zijn bij de uitoefening van zijn vak.
Oei, stevige taal van Vasterman, ‘verbonden’ aan de masteropleiding Journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Komt hij er wel goed mee weg?
Niet bij de schrijvers op het Volkskrantblog, het open weblogsysteem van de Volkskrant. Ze zeggen dat Vastermans kritiek hen koud laat, maar ondertussen reageren ze massaal. Bijvoorbeeld Lodewijk Stegman: hij pretendeert helemaal geen journalist te zijn, sterker nog, hij wíl helemaal geen journalist zijn, want dat is een beetje een ‘hoerige’ professie. En hij vindt het wat merkwaardig dat Vasterman zo de nadruk legt op de objectiviteit en op de feitenverzameling; want feiten zijn alleen maar relevant in hun onderlinge samenhang. Daarvoor is interpretatie nodig, en dus een mening. Werkelijke objectiviteit bestaat helemaal niet, niettegenstaande het betoog van Vasterman.
Een blogger die publiceert onder de naam ‘Solvejg’ schrijft ‘als wetenschapper’ geneigd te zijn ‘de meningen en verhalen van webloggers niet in eerste instantie als bron te nemen […] maar ook journalisten tracht ik te controleren op de waarheidsgetrouwheid van hun verhalen. Journalisten zijn ook maar mensen en ook zij zullen niet om hun subjectieve benadering heen kunnen, ook al doen ze nog zo hun best om objectief verslag te doen.’
‘Sjaalman’ reageert op Solvejgs betoog met een verwijzing naar een debat van de journalistenvakbond NVJ, op 5 oktober, over het webloggen. Volgens Sjaalman moeten veel journalisten ‘het medium weblog als bron nog ontdekken/leren waarderen’. En hij vervolgt: ‘Een weblog is niet betrouwbaar, want deze voldoet minder aan de journalistieke norm van betrouwbaarheid dan de traditionele bronnen (politici, persvoorlichters, onderzoekers etcetera). Dat ook deze traditionele bronnen het liefst hun eigen waarheid naar buiten brengen wordt vaak onderschat in het betrouwbaarheidsvraagstuk.’
Ik ben in ieder geval wel erg blij met de lof van Vasterman. Hij noemt het Volkskrantblog, het open weblogsysteem waar iedereen aan kan deelnemen, een ‘mooi initiatief’. Ook zijn aanname dat het ‘vermoedelijk de betrokkenheid van internetters bij de krant vergroot’ en meer jongeren naar de Volkskrant-gemeenschap trekt, kan me wel bekoren.
Maar daar houdt mijn vreugde wel ongeveer op. Hij reageert op een stuk dat collega Engelsma en ik eerder schreven (Betoog, 17 september). Toen ik Vastermans artikel had gelezen, bleef mij slechts de innige hoop over dat hij anders lesgeeft dan hij schrijft; anders vrees ik het ergste voor deze beroepsbroeders in spe. Want Vasterman simplificeert, verdraait onze argumenten, en selecteert op een wel heel willekeurige manier uit de feiten.
Ons betoog kwam erop neer dat de journalistiek, met name die in de kwaliteitskranten, in grote problemen verkeert door nieuwe technologische ontwikkelingen, een veranderend mediagebruik, en een toenemend wantrouwen tegen de verslaggeving door de massamedia. Wij journalisten hebben nog geen afdoend antwoord gevonden. Wij zijn begonnen met het Volkskrantblog als een experiment, als een test om te kijken of we de groeiende kloof tussen lezer en schrijver zouden kunnen overbruggen. We wezen in ons artikel op de toenemende invloed van webloggers op het publieke debat in andere landen, en hebben daarbij vooral de Verenigde Staten en Zuid-Korea genoemd. En we hebben gezegd dat deze webloggers met journalistieke pretenties ook wel ‘citizen-journalists’, ofwel burgerjournalisten worden genoemd.
Wat maakt Vasterman ervan? Dat er in onze visie sprake is van ‘journalistiek’ als webloggers hun mening online zetten. En dat wij denken dat er professionaliteit niet nodig is om journalist te zijn. Gelukkig kon hij deze uitspraken niet versieren met citaten uit ons betoog, anders had ik me zorgen moeten maken.
Vasterman simplificeert. Waar het ons om gaat in het Volkskrantblog is de kloof tussen onze lezers en sitebezoekers enerzijds en de klassieke krant met zijn professionele redactie anderzijds te verkleinen. We hopen dat dat uiteindelijk ook leidt tot betere journalistiek; maar een garantie daarvoor hebben we natuurlijk niet. Het zou werkelijk onzin zijn, en naïef, om te geloven dat webloggers het werk van 200 door de wol geverfde professionele journalisten kunnen vervangen. Dat is ook een miskenning van wat er op het Volkskrantblog gebeurt.
En de voorbeelden dan die Vasterman aanhaalt? Die zijn wel heel oubollig, selectief, en bovendien niet actueel. Kort na het begin van het openbare weblog hadden we een discussie over het gebruik van de volledige namen van verdachten. Dat speelde zich drie weken geleden af. Met welgeteld één weblogger van de inmiddels duizend die er actief zijn op het Volkskrantblog hebben we zo’n probleem gehad. Dat heeft precies één dag geduurd. Dit voorval was aanleiding tot een interessante discussie, hier op de redactie, over de mate van vrijheid die we webloggers geven.
Natuurlijk is niet alles van heel hoge kwaliteit; maar tussen de meer dan vijfduizend stukken die inmiddels zijn gepubliceerd, bevinden zich talloze die heel goed in de Volkskrant zouden passen. Bijvoorbeeld deze, de hoogst gewaardeerde bijdrage van de week: ‘Basis’ schrijft over een telefoongesprek met zijn 79-jarige oma. ‘Er wordt mij nog verteld dat ik wel eens op mag schieten met achterkleinkinderen, want “ik word er ook niet jonger op” en we hangen op. Ik heb geen woord gezegd.’

Update 1
Nu is er op dit weblog ook iemand actief die zich Joris Ymandt noemt, maar (namens Peter Vasterman?) een verdediging op alle reacties publiceert.

Update 2
De hele bijdrage van Vasterman is door ‘anoniem’ gekopieerd en als reactie bij dit stuk geplaatst.

Nieuws@blogger

Schrijvers op de Volkskrant-weblogs hebben een voorkeur voor nieuws. Van de twintig aangeboden thema’s is de categorie ‘Actualiteit’ het populairst.

Een belangrijk kenmerk van journalistiek is en blijft het brengen van nieuws: een journalist zal iets moeten vertellen of opschrijven wat voor een groot deel van zijn publiek nog onbekend is. Vaak zijn dat feiten en cijfers. Maar het kunnen ook nieuwe visies zijn, of meningen, of ideologieën.

Het openbare weblog van de Volkskrant is een experiment in burgerjournalistiek: iedereen kan meedoen en zijn eigen nieuws maken. Brengen die burgerjournalisten ook nieuws?

Van de ruim twintig aangeboden thema’s is de categorie ‘Actualiteit’ veruit de populairste. Kennelijk betekent dat dat de meeste schrijvers op het Volkskrantblog zich aangesproken voelen door het nieuws of zelf nieuws opmerken en vervolgens daarover willen schrijven. Daarbij blijken meningen een stuk populairder (en misschien ook wel gemakkelijker) dan feiten.

Zo schrijven John M. Nivard en PeterV over de uitspraak van minister Bot dat achteraf gezien de aanval op Irak misschien niet zo verstandig was. Ook de ophef op christelijke scholen over het thema van de kinderboekenweek (magie), de verhalen over het alternatieve beleggingsfonds Pips, en de vermindering van de ontslagbescherming vormen aanleiding voor de volkskrantbloggers om in de pen te klimmen.

Christien van Gool is docent Engels op een middelbare school. Ze geeft ook meningen, maar die gaan over een sector waarvan ze geacht mag worden verstand te hebben: het onderwijs. Haar opinies zijn dus, mag je verwachten, beter gefundeerd dan de visies die in de regel aan de borreltafel te horen zijn. Bijvoorbeeld over de verplichte kinderopvang door scholen.

Het kabinet zwichtte deze week voor een Kamermeerderheid die, op initiatief van de VVD, wil dat scholen van ’s ochtends vroeg tot in de avond opvang bieden aan kinderen van werkende ouders. ‘Het lijkt er op dat de heren van de VVD niet zo goed op de hoogte waren van wat er op dit moment al gebeurt. Ik vind dit weer een voorbeeld van iets dat van bovenaf zonder overleg wordt opgelegd. In de politiek zou toch langzamerhand moeten zijn doorgedrongen dat het beter is aan te sluiten bij initiatieven van onderop dan het van hogerhand opleggen van zaken’, waarna ze uitlegt hoeveel plannen er al door scholen en ouders worden ontwikkeld.

Dat is het soort meningen waarvan journalisten houden, omdat zij het borreltafelniveau ontstijgen. Maar toch gaat in ieder geval mijn journalistieke hart sneller kloppen bij het relaas van NL Watcher over een dubbele politiefuik op een zaterdagnacht bij de Nijmeegse Waalbrug. Hoe komt dat? Omdat daarin een verhaal wordt verteld waarin je kunt lezen wat een ander daadwerkelijk heeft meegemaakt. Het is een feitenrelaas.

NL Watcher heeft niks gedronken, maar wordt van de weg afgeleid: ‘een carpoolplaats, agenten met rood verlichtte Star Wars knuppels en ik rij een bizar kampement binnen…veel auto’s, politiebusjes, mannen in reflecterende hardloophesjes, partytenten en vooral veel, heel veel verlichting. Daarnaast, ik kan ze zo snel niet allemaal tellen, maar nogal wat politiemensen, de meesten staan te kletsen en slechts enkelen houden zich bezig met de auto’s die worden binnengeleid.

‘Twee minuten later rij ik Nijmegen binnen, opnieuw een hoop heisa, een tweede controle. Kruispunten afgezet en in de verte zie ik weer de fel verlichtte partytenten. Ben ik dan toch dronken? Heb ik een rondje gereden? Iedereen van de eerste controle wordt namelijk ook door deze controle geleid.’ Een paar dagen later valt bij hem een acceptgiro van dertig euro in de bus: ‘tot en met tien kilometer per uur (!) te hard gereden op de snelweg bij Staphorst’.

NL Watcher brengt nieuws, in zekere zin, al is het van een particulier karakter. Door de kleinschaligheid is het herkenbaar. En we kunnen het veralgemeniseren: zijn belevenissen zeggen ons ook iets over de werkwijze van de politiediensten. Dat geeft de bijbehorende mening ineens meer cachet. Sterker, bij dit verhaal is expliciete meningsvorming overbodig.

Nieuws, hoe lokaal of particulier ook, kan mensen in beweging brengen. Op dat effect hoopt Jacob Hesseling, die als nieuwtje meldt dat de traditionele Allerheiligenmarkt, in Winschoten altijd op maandag georganiseerd, nu op een andere dag moet worden georganiseerd wegens een teruglopend bezoekersaantal. ‘Ik was wel even ontzet’, schrijft Hesseling, want als je uit Winschoten komt, houd je standaard de eerste maandag van november vrij voor dit evenement. En hij besluit zijn nieuwsberichtje met een oproep aan bekende Winschoters: ‘Klaas Nuninga, Jan Pieter Rawie, Hermine de Graaf, Koos van Dijk, Arie Haan of Jan Mulder bedenk een list, help en kom in verzet.

Slechts een enkeling bedrijft meer traditionele journalistiek op het Volkskrantblog. Een van hen is Wouter Engler, die van zijn weblog een traditioneel journalistiek medium probeert te maken. Er is nieuws op te vinden (berichtjes uit de transportsector), maar er zijn ook achtergronden en columns. Daarmee benadert deze burgerjournalist de vorm die zijn professionele vakbroeders gewend zijn te hanteren. Maar Engler heeft dan ook net een journalistenopleiding afgerond.